Die geschiedenis begint bij een incunabel uit ongeveer 1470, het oudst bewaard gebleven abecedarium, en loopt door tot in onze dagen. In de loop van die vijf eeuwen is natuurlijk heel wat aan uiterlijk en karakter van het ABC-bock veranderd. Het begon ooit als een zeer eenvoudig vormgegeven hulpmiddel bij het leren lezen ien het van buiten leren van de dagelijkse gebeden), in de achttiende eeuw vaak geillustreced met een haan vandaar de term "hanebock In de negentiende eeuw trad het vermaak meer en meer op de voor- grond. In die tijd is het vermaarde. A is een aapje ontstaan en nam het aantal illustraties sterk toe: elke letter kreeg een tekening. In onze eeuw. fungeert het alfabet in de asc-boekjes alleen nog als een soort kapstok waaraan schrijvers en tekenaars allerlei aardigs kunnen ophangen. Die hele, boeiende, ontwikkeling wordt door zeven specialisten chro nologisch gevolgd en met liefde en plezier toegelicht-niet in de laatste plaats met tachtig zwart-wit illustraties en ruim vijftig in kleur. Jaap ter Linden schrijft over het haneboek, Anne de Vries over de ont- wikkeling van de eerste abecedaria tot aap-noot-mies en boom-roos- vis. Arie van den Berg beschrijft de Anc-prenten. P.J. Buijnsters wijdi een artikel aan de Nederlandse ABC-boeken uit de achttiende eeuw, John Landwehr houdt zich bezig met de negentiende eeuw. Bregje Boonstra sluit de chronologische ontwikkeling af met een beschouwing over oorspronkelijk Nederlandse Anc-boeken in de twintigste eeuw. Rudolf Geel keert tot slot nog eens terug naar 'A is het aapje dat tante ons schonk', het beroemdste Anc-boek.Â
Softcover, 157pp., geïllustreerd in kleur en z/w.,16x24cm., in zeer goede staat. ISBN: 9789021450049.
16x24cm
157 pp.
0